Waar zijn we nu? vraagt Lotte. We vliegen in het midden van een hevige storm, roept Kristof Sterrenstof. Overal brokjes steen, stof en wind! Alles wervelt door elkaar. Voel je het tegen ons aan kletteren? We zijn net sokken in een droogkast, gilt Lotte. We gaan op en neer, heen en weer. Alles draait maar rond en rond en rond! Ik word er duizelig van, zucht Lotte. Wat gebeurt er toch allemaal? Waar zijn we nu weer aanbeland? Ja, nu weet ik het, zegt Kristof Sterrenstof, we zitten in een hele grote wolk sterrenstof!

Plots gaat in het midden van de draaiende wolk een licht aan. Een heldere straal in de duisternis. Kijk, zegt Kristof Sterrenstof, daar wordt een ster geboren. Ze is rond en oranje. Je kent haar wel. Ie-de-reen houdt van haar. Weet je wie het is? vraagt hij aan Lotte. Het is … Het is …Het is de zon! roept Lotte. Wat een mooie, grote en schitterende vuurbal. Niet enkel de zon wordt geboren, zegt Kristof Sterrenstof. Er gebeurt nog veel meer rond haar.

Kijk nu toch eens, zegt Lotte verbaasd, de rondvliegende brokjes worden steeds groter. Ze kleven aan elkaar en ze klonteren samen tot balletjes. De balletjes groeien en groeien. Net zoals je in de winter een sneeuwbal rolt, weet Kristof Sterrenstof. Als je blijft rollen, dan wordt die ook steeds groter. Bijna alle brokjes en stof zijn nu opgeruimd tot acht reusachtige ballen. Ik weet wie jullie zijn, glimlacht Lotte. Jullie zijn planeten, gemaakt uit restjes sterrenstof!

Net als mensen, weet Kristof Sterrenstof, zijn ook de planeten verschillend. En toch lijken ze op elkaar, denkt Lotte. Het eerste balletje het dichtst bij de zon is Mercurius, wijst Kristof Sterrenstof. Dan heb je de gladde parel Venus. En daarna de planeet Aarde! Mars is de roodste van hen allemaal. Wat een forse reus is Jupiter toch. Wie heeft daar een kleurrijke hoelahoep rond zijn poep? vraagt Lotte. Dat is Saturnus met zijn ringen, zegt Kristof Sterrenstof. Daarachter vliegt Uranus en, oei!, Neptunus laat een windje.

Die acht planeten zijn zeker bang om door het donker te vliegen, denkt Lotte. Alles is zo zwart en ze kunnen niets zien. Het donker verstopt zich niet en lijkt echt o-ve-ral te zijn! Iedereen is wel ergens bang van, weet Kristof Sterrenstof. Die warme zon houdt bijvoorbeeld niet erg veel van water. Wat moeten ze doen? vraagt Lotte geschrokken. Gewoon dapper en stoer zijn? De zon, weet Kristof Sterrenstof, straalt omdat ze eigenlijk een heel grote ster is. Zij zal de planeten licht geven. 

Planeten, blijf maar dicht in de buurt van de zon, lacht Kristof Sterrenstof. Vliegen jullie maar samen rond. Die zon laat jullie alvast nooit in de steek. Haar stralen zorgen voor veel licht en geven een heerlijke warmte. Zo blijven de acht vrienden in grote cirkels om de zon vliegen. Ze draaien en kijken om zich heen. De grootste planeten vliegen verder van de zon af, want ze zijn al wat minder bang. En de kleintjes blijven heel dicht bij de zon. Iedereen is wel eens bang, maar niemand hoeft bang te blijven.